Geplaatst op
Kamperen in de wildernis is iets magisch. Geen vaste staanplaatsen, geen drukke camping, geen eindeloze rijen bij het toiletgebouw. Alleen jij, je tent of caravan, en de natuur. De geur van nat gras in de ochtend, het geknisper van een kampvuur, de stilte van een sterrenhemel. Als je er eenmaal aan begint, wil je eigenlijk niet meer anders.
Voorbereiding is alles
Wildernis kamperen betekent dat je zelfvoorzienend moet zijn. Je kunt niet even naar de receptie voor een vergeten aansteker of wc-rol. Zorg dus dat je van tevoren goed nadenkt over wat je allemaal nodig hebt. Een stevige tent of een goed uitgeruste caravan, voldoende drinkwater, een brander of kookset, en natuurlijk een goede slaapzak zijn essentieel. Vergeet ook geen EHBO-set, zakmes en een kaart of GPS. Je weet nooit wat je tegenkomt.
Kies je plek bewust
In veel landen mag je niet zomaar overal wildkamperen, dus informeer goed naar de regels. In Scandinavië bijvoorbeeld is het “allemansrecht” van kracht, wat betekent dat je in de natuur mag overnachten zolang je geen overlast veroorzaakt. In andere gebieden is het juist heel streng gereguleerd. Kies een plek waar je niemand stoort, waar je geen schade aanricht aan de natuur en waar je veilig kunt verblijven.
Zoek naar vlakke ondergrond, uit de wind en niet te dicht bij water. Dat klinkt misschien romantisch, maar kan ’s nachts erg koud worden of zorgen voor muggenoverlast. Probeer ook dieren niet te storen en laat je eten goed afgesloten, zodat je geen ongenode gasten krijgt.
Techniek of totale rust?
Sommige mensen willen tijdens hun avontuur juist even helemaal offline zijn. Anderen vinden het prettig om toch wat verbinding met de buitenwereld te houden. Zeker als je met een caravan reist, kan een schotelantenne caravan je voorzien van tv of internet, ook op de meest afgelegen plekken. Zo kun je ‘s avonds toch nog je favoriete serie kijken of het weer in de gaten houden. Het is maar net waar jij je fijn bij voelt.
Leven op het ritme van de natuur
Als je kampeert in de wildernis, leef je automatisch langzamer. Je wordt wakker met het eerste licht, eet wanneer je trek hebt en gaat slapen zodra het donker wordt. Het is bijzonder om te merken hoe snel je went aan dat ritme. Je voelt je meer verbonden met je omgeving en merkt hoe weinig je eigenlijk nodig hebt.
Maak overdag een wandeling, lees een boek, verzamel hout of kook iets op open vuur. En geniet van de eenvoud. Er is geen klok die tikt, geen lawaai van voorbijrijdend verkeer, geen afleiding van telefoons en deadlines.
Laat geen spoor achter
Misschien wel het belangrijkste: zorg dat je de natuur net zo achterlaat als je haar aantrof. Neem al je afval mee, maak geen schade aan bomen of planten en wees respectvol naar alles wat leeft. De wildernis is geen pretpark, maar een plek die vraagt om zorg en aandacht.
En als je dat doet, krijg je er iets onbetaalbaars voor terug: een onvergetelijke ervaring, helemaal voor jou alleen.